In nog geen halfjaar tijd werd er in Amerika het spel, de kaarten en de anime van Pokémon geïntroduceerd. Misschien was dat niet iets waar ik eerder mijn kinderhoofd over kon buigen maar inmiddels is dat veranderd. Ik ben een communicatie- en marketingprofessional in spe en de woorden die ik hiervoor kan verzinnen, zijn ‘miraculeus’ en ‘revolutionair’. Wat Nintendo en Gamefreak hebben gedaan met de introductie van Pokémon is een huzarenstukje. Alleen al het timen van de release van producten waar jaren ontwikkeling in zit is een FTE op zich. Chapeau.
Wat ik nogal opzichtig hiermee wil zeggen, is dat Pokémon altijd al goed in elkaar heeft gezeten. Bij de release is overal rekening mee gehouden. Timing, muziek en de Pokémon zelf waren allemaal deel van Operatie ‘Release Pokémon’. Maar wat ook uitmuntend in elkaar stak, was het vervolg van de eerste generatie. Nintendo en Gamefreak hebben misschien wel tientallen hints gegeven gedurende het bewind van de eerste generatie. En daar wil ik het vandaag over hebben. Vijf onderdelen van de subtiele overgang van generatie één naar generatie twee. Naar mijn mening zijn deze vijf ‘onderdelen’ medeverantwoordelijk voor het groeien van Pokémon als goed doordachte nieuweling naar de op één na bestverkopende game franchise aller tijden. Deze onderdelen waren vroegkomers. Of ook wel Pokémon die voor de release van hun eigen generatie al om de hoek koekeloerde.
Al voor de eerste aflevering was de tweede generatie bij de ontwikkelaars in beeld. Sterker nog, de eerste twee generaties hoorden in eerste instantie bij elkaar. Mocht je dat nog niet weten, geef Google eens een slinger en je komt leuke dingen tegen. Het was eigenlijk bedoeld als één generatie. De limiteringen van de Gameboy-cartridge gooide echter roet in het eten. Vandaar de splitsing zoals wij die kennen.
1) Ho-Oh
Het eerste bewijs hier is Ho-Oh. Ik ga er vanuit dat iedereen weet wat ik bedoel. De beelden van de gouden Ho-Oh die langs Ash vliegt bij het verlaten van Pallet Town. Dexter kan vervolgens niks met deze mythische verschijning en zegt doodleuk ‘dat nog niet alle Pokémon bekend zijn’. In de eerste aflevering van de serie wordt al een groter aantal Pokémon gesuggereerd dan de originele 151. Daarnaast wordt ook al de uniciteit van Ash belicht. Twee vliegen in één klap. Daar is over nagedacht.
2) Togepi
De evolutie van Charmeleon en de beelden van Charizard tegen Aerodactyl waren episch maar aan het eind van de aflevering “Attack of the Prehestoric Pokémon” – epische naam – gebeurd er nog wat belangrijks. Er wordt een vaag eitje meegesmokkeld. In eerste instantie no big deal. Alleen de vraag wie er in zou zitten was de moeite waard. Misschien wel een Dratini. Dat hoopte ik toen in ieder geval wel. Toen het ei een paar afleveringen later uitkwam, was ik blij en verdrietig tegelijkertijd. Slechte nieuws: geen Dratini. Goede nieuws: iets anders. Het was alles behalve een stoere Pokémon, maar het gaf wel de mogelijkheid dat er andere stoere Pokémon bestonden. Dat bleek ook te kloppen. (Feraligatr, Tyranitar, Lugia etc.) Ik vond Togepi zelf geen zak aan. Het wiebelde hier en daar wat met zijn vingers en werd voor de rest van de dag door kangoeroe Misty meegezeuld.
3) Marill
Marill was een Pokémon van Tracey die werd geïntroduceerd in ‘Orange League’. Weer een schattige Pokémon die vroeg om de hoek koekeloerde. Brock was nog geen aflevering weg en het liep nu alweer uit de hand. Ik wilde meer Nidoqueens, Marowaks en Arcanines maar wat kreeg ik? Een onechtelijke liefdesbaby van Pikachu en Poliwag. Het spuuwde water, kon goed horen en de staart kon drijven. Ik vond Marill, net als Tracey, saai.
4) Snubbull
Na twee enorme let downs was er eindelijk een onbekende Pokémon die ik helemaal zag zitten. Snubbull. Wat een ontzettende dikke eindbaas was dat. Ik was gek op Snubbull en dat kwam door de eerste Pokémonfilm. De introductie van Snubbull was zo vet. De eerste Pikachu Short – vaste prik voor een Pokémonfilm – was fantastisch. Ik luister ‘Vacation – Vitamin C’ nog regelmatig en nog steeds heb ik Snubbull erg hoog zitten. Ik baalde echter wel als een stekker toen Snubbull zo slordig terugschreven werd in de serie. Kom op, die strikjes in de oren. Was dat nou echt nodig? Snubbull is desondanks nog een tijdje mijn favoriete Pokémon geweest.
5) Donphan
En tenslotte Donphan. Naast dat de olifant het lievelingsdier van mijn oma is, zal ik nooit vergeten hoe bad ass Donphan ten tonele kwam. Ditmaal wel in de ‘echte’ film. Ash, Misty en Brock zaten wat te eten blabblabla. En toen ineens: een Trainer. Pats, boem, Donphan. Wat. Was. Dat? Ik scheet in mijn broek van het gillen. Ik had het niet meer. Ondersteund door hele dikke muziek (Billy Crawford – Pokémon Theme Song Movie Version) werd Snubbull nog geen twintig minuten later van zijn troon gestoten. Donphan was nu mijn favoriete Pokémon. Ik rukte nog net niet de bioscoopstoel uit de vloer maar het scheelde niet veel. Ik was helemaal verkocht. Vlak daarna kwam er nog een Dragonite op het scherm en dat was toch eigenlijk ook nog wel een favoriete Pokémon dus ik had de dag van mijn leven.
Wat ik zei, de marketingafdeling van Nintendo en Gamefreak kunnen wonderen verrichten. De implementatie van de franchise liep perfect en de drang naar innovatie en de volgende stap (lees: generatie) is nooit uit de harten van de bedrijven gegaan. De tweede generatie is subtiel de franchise in gemasseerd. De manier waarop dat gedaan is, is zelfs een format geworden voor de volgende generaties. Het principe ‘vroegkomertje’ is een blijvertje geworden. Ik heb erg veel plezier gehad in het krijgen van een flauw vermoeden naar een potentiële tweede generatie inclusief roddelcircuit. Mijn persoonlijke climax hierbij was de eerste film. En volgens mij was dat precies volgens plan.