Toen ik klein was, kreeg ik ooit een keer een paars Pokémondoosje van mijn moeder. Een deck. Hiermee kon je het daadwerkelijke ‘Trading Card Game’ spelen dat Nintendo voor ogen had. Ik weet nog goed dat ik het een keer een kans heb gegeven maar het bleek niet mijn ding te zijn. Een Ho-Oh zonder energy’s zou niks kunnen. Zogenaamd. De Gameboy-cassette van Pokémon TGC heb ik echter wel een zwengel gegeven. Helemaal met de komst van de laptops en de Emulators werd dit aspect van de franchise voor mij toegankelijk. Ik had dus een deck maar ik wilde er niet mee spelen. Waarom ik dan toch zo blij was met het deck? Met de aanschaf van dit doosje verzekerde mijn moeder mij eigenaar te worden van een kaart die ik bijzonder graag wilde. Mewtwo.
Na een zonnige junimiddag klonk er gegil vanuit de speelkamer. De visite was maar net weg en hysterie en mysterie waren heer en meester in huize Sebbel. Mijn gebroken hart heerste binnenmuurs. Vurig vluchtten mijn ouders de trap af richting geluidsbron. Ik zat krijsend op mijn knieën terwijl ook de wolken begonnen te huilen op deze romantische dag. Beroofd. Ik was ordinair beroofd. Mijn mooiste kaarten waren kwijt. Gefrustreerd bladerde ik tientallen keren mijn collectie door met mijn moeder als naslagwerk. Keer op keer stuitten we op overduidelijk gemis van mijn fraaiste pronkstukken. Eén daarvan was de Mewtwo-kaart. Huilend viel ik in haar schoot. De standaardvragen kwamen op. “Wanneer had je ze voor het laatst? Heb je met iemand geruild of heb je ze eruit gehaald?” Alles negatief. Ik wist extreem zeker dat ik ze nog voor de visite had. Een goed stapel sterretjes was mijn map onvrijwillig ontvreemd en de dader was mij meteen duidelijk.
Aan de overkant was het stil. Ik vond mezelf een aantal dagen later terug aan de voor mij nog torenhoge keukentafel. De moeders zaten tegenover elkaar en waren allebei gedegradeerd tot advocaat. Ach, het speet haar zo ontzettend. En ach het deed hem zelf ook al veel. Hij kon er tenslotte niks meer aan doen want de kaarten waren al weg en het snoep was al op. Het gesprek hobbelde semi-professioneel verder maar ik struikelde over de laatste zin. Hoorde ik dat nou goed? Mijn oren klapperden zowat van mijn kop. Wat zei ze? Kaarten al weg en snoep al op? Geruild voor zak snoep? Mijn moeder kalmeerde me non-verbaal. De tegenpartij kwam al snel aan met een magere som smartengeld.
Waar normaliter de kinderen naar huis werden weggestuurd met snoepzakjes vol lekkernijen en ronde buiken vol taarten, was de beste deal die ze me kon geven twee pakjes kaarten. Als goedmakertje. Als afkopertje. Misschien heb ik teveel Better Call Saul gekeken, maar no way in hell is dat eerlijk. Ik stond het niet toe. Ik liet me zomaar tot slachtoffer ontvallen. Het reinste onrecht oliede als smerige was op mijn extraverte kinderhartje. Ik strijdde tegen het blijvende gebrek van twintig van mijn mooiste bezittingen. Niet allemaal zeldzame maar wel het leeuwendeel. De duivel was eerder mijn advocaat dan ik de zijne. Ik was hels.
De uiteindelijk drie pakjes die ik heb gekregen waren matig op zijn meest. Niks om over naar huis te schrijven. Ik was vastbesloten om dit gemis mij niet van de markt te houden dus ik was al snel back in the game. De collectie muteerde zo jarenlang gestaag tot het punt dat the game eigenlijk uitgespeeld was. Maar nooit meer een Mewtwo. Althans, niet die.
Toen, jaren later op een zonnige middag in augustus in een andere fase van mijn leven, werd ik verrast met een onconventioneel wederzien. Na een lang weekend in het hoge noorden te hebben gebivakeerd, prijkte er bij thuiskomt een juweeltje op mijn nachtkast gesteund door een briefje. Een goede vriend had het verhaal van het kwijtraken van de kaarten al een keer eerder gehoord en besloot mij een cadeautje te doen. Het briefje klonk: “Did you miss me?” Daarnaast lag een zo goed als nieuwe eerste generatie Mewtwo-kaart.
De liefde was terug. Mijn hart werd gekickstart met een brommende uitlaat als gevolg. Wederom brandde er een vurig verlangen naar de oude vlam. Als een mijnwerker met goudkoorts dook ik Marktplaats op. De combinatie van mijn innerlijke zakenman en mijn brede kennis van zowel de kaarten als hun waarde maakte mij een sluwe poema op jacht naar prooi. Binnen no time verdubbelde mijn verzameling in grootte. Neveneffect hier was dat ik ineens meerdere eerste Mewtwo’s in mijn bezit had.
De barmhartige samaritaan had me aangestoken met zijn liefdadigheid. Als bedankje gaf ik hem zo’n zelfde Mewtwo-kaart terug. Inmiddels is ook voor hem die kaart een waardevol bezit. Uiteindelijk heb ik nog Mewtwo weggegeven. Ditmaal aan een jongen die een hart onder de riem kon gebruiken.
Ik zie mijn verzameling als een levend organisme dat nooit faalt om lachende gezichten te toveren. Veel oud-bewonderaars overstromen van nostalgie na het openslaan van mijn verzameling dus ik schroom nooit de kaarten tevoorschijn te toveren. Wanneer mensen struikelen over hun eigen liefde voor een specifieke kaart, mogen ze die vaak uit de map halen en met zich meenemen. Het klinkt misschien stom, maar ik zie het als mijn eigen geluksverspreiding.